WWFT-boete van BFT voor administratiekantoor vernietigd. Is dat terecht?
De BFT had aan een administratiekantoor een boete opgelegd van 2% van de jaaromzet wegens het niet uitvoeren van een verscherpt clientenonderzoek. Deze boete is door de rechtbank vernietigd. De rechter oordeelde dat het administratiekantoor niet op de hoogte was van de negatieve berichtgeving over een klant van het administratiekantoor. En daarmee hadden ze geen reden om voor deze klant een verhoogd risico aan te nemen.
Wat speelde er?
Een administratiekantoor verzorgt de administratie, jaarrekeningen en belastingaangiften voor MKB-ondernemingen. Een van haar klanten is een stichting die onder meer actief is als taalschool. Het BFT ontvangt een signaal dat sprake is van witwassen bij de stichting. Dit wordt doorgespeeld aan de FIU. Deze analyseert en constateert dat het administratiekantoor nooit een melding ongebruikelijke transactie heeft verricht. Het BFT verricht een controle bij het administratiekantoor en constateert een aantal zaken in het dossier van de stichting, die al ruim 10 jaar klant is. Zo is sprake van een slechte financiële positie, de stichting is het keurmerk ‘Blik op werk’ kwijtgeraakt en er zijn negatieve nieuwsberichten verschenen op onder meer Follow the Money over de stichting, waarin deze in verband werd gebracht met fraude.
Het BFT vindt dat vanwege de financiële positie van de stichting en het negatieve nieuws, sprake was van een verhoogd risico en dat verscherpt cliëntenonderzoek had moeten plaatsvinden. Daarvoor legt zij het administratiekantoor een boete op van 13.000 euro (2% van de omzet). Het administratiekantoor maakt bezwaar. Dit bezwaar wordt afgewezen. De rechter oordeelt dat het administratiekantoor niet op de hoogte was van de negatieve nieuwsberichten. Ook de slechte financiële positie, die verklaarbaar was, vormde volgens de rechter geen aanleiding om een verhoogd risico aan te nemen, in weerwil van hetgeen BFT betoogt. Ook overboekingen aan de directeur van de stichting en pinopnamen door de directeur waren dat niet, aangezien er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het geld afkomstig was uit een misdrijf. De rechter constateert geen overtreding (van artikel 3, lid 2 WWFT en artikel 8 WWFT) en vernietigt de boete.
Rechtbank Rotterdam, 21 december 2022 (gepubliceerd 2 januari 2023), ECLI:NL:RBROT:2022:11213
Achteraf toetsen
De EU maakt Europese AML-regels, deze is door de individuele landen vertaald in nationale wetgeving. In Nederland is dat de Wwft. Echter veel regels in de Wwft bieden ruimte voor verschillende interpretatie. Om de Wwft zo goed als mogelijk te verduidelijken hebben onder ander de AFM, DNB en Ministerie van Financiën Leidraden opgesteld met een verdere en uitgebreide uitleg voor zover de toezichthouders dat zelf kunnen. Deze uitleg maakt de regels helderder. Desondanks blijft er een grijs gebied waarbij het niet duidelijk is wat je precies moet doen om aan de Wwft moet voldoen. Bovenstaande voorbeeld illustreert dat mooi. Als je met een dergelijk grijs gebied bij je toezichthouder komt om te vragen wat je moet doen, geven zij geen sluitend antwoord. Dat kunnen zij ook niet omdat zij het ook niet exact weten. Juristen in organisaties kiezen er daarom vaak voor: doe alles maar wat je kan doen, dan zijn we er zeker van dat het goed is. Dit ‘alles’ blijkt vaak heel veel werk te zijn wat financieel niet iets oplevert. Daarom wegen bestuurders de risico’s af. Wat is het risico van niets of heel weinig doen tegenover de kosten en inspanningen van veel of alles doen. Dit zag je onder andere bij de ING waarbij slechts een beperkt aantal dossiers per dag werden beoordeeld. Mede hierom worden de bestuurders strafrechtelijk vervolgd.
De grijze gebieden in de Wwft worden door uitspraken van rechters minder grijs. Alhoewel ik betwijfel of de rechtszaak van de BFT-administratiekantoor ook bij een andere rechtbank stand houdt. Immers je kan ook betogen dat het administratiekantoor op de hoogte had kunnen en daarmee had moeten zijn. De toekomst zal het leren.